dinsdag 26 oktober 2010

Miempje maakt dingen van wol (deel 2)


Wol dus. Spinnen past helemaal binnen het “zelluf doen” principe van self sufficiency: from scratch bewerk je materiaal tot een eindproduct, letterlijk van schaap tot trui.

Ik kreeg mijn 1e vachtje via een vriend, direct van een schapenboer. Echte Hollandsche Texelaar, redelijk zachte wol die om de een of andere reden niet makkelijk vilt. Iets dat heel fijn is wanneer je er uiteindelijk sokken van breit, die kunnen namelijk gewoon in de wasmachine. Zo is de ene wol de andere niet, elk schaapje heeft zo zijn eigen kenmerken.  Het leukst, zeker voor het schaap-tot-trui-gevoel, vond ik mijn aankoop van Welshe Shetlanderwol…
Een paar jaar geleden hebben we onze meivakantie in Wales doorgebracht waar we een cottage hadden gehuurd op een organic sheep farm.
Enorm voor herhaling vatbaar trouwens, die vakantie!!!

In die week heeft de eigenaresse eigenhandig voor mij schaapjes naar keuze geknipt zodat ik met vier mooie vachtjes naar huis kon. Shetlanderwol is erg fijne wol, zacht met een relatief lange vezel wat het makkelijk te spinnen wol maakt. Doordat deze vachtjes geknipt zijn i.p.v. geschoren zitten er weinig troepjes in. Als schapen niet geschoren/geknipt worden laat in het voorjaar de wol vanzelf los doordat deze afbreekt. Als het schaapje geknipt wordt, kan de herder dit bij het "breekpunt" doen. Een scheerder heeft daar te weinig oog/tijd voor waardoor je nepjes, korte stukjes wol, kunt krijgen (doordat het nieuwe stukje vacht ook mee wordt geschoren). En voor schaapjes zelf is het knipproces natuurlijk een stuk prettiger dan het massale machinale scheren zoals dat bijv. in Australie en NieuwZeeland gebeurt…
Ik heb ze, zoals ik dat met alle wol doe (voorwaarde van DH, voordat het spul het huis in mag) van vieze stukjes ontdaan en voorzichtig uitgewassen. Omdat ik deze wol wilde bewaren voor een speciaal project heb ik er sindsdien niets meer mee gedaan…

Tot ik eergisteren mijn favoriete maandblad kocht: de engelse editie Country living. Het ultieme escapisme, om lekker in bad bij de mooie foto’s weg te dromen. En laat er nou net deze maand een wol special in staan, ompleet met uitvouwbare schapenposter?!?!? De kriebels kregen me te pakken, ik ben gelijk weer in mijn voorraad gedoken en begonnen.

Nu roept een verhaal over spinnen en schapenwol al gauw associaties op van 70’er jaren-bobbelig-ongelijke-dik-dunne breisels, liefst in de vorm van veel te grote vormeloze uitzakkende truien. Maar dat hoeft dus absoluut niet het geval te zijn, no way. Alles valt en staat met de voorbereiding… In die 70’er jaren werd direct vanuit de vuile/vette wol op die (veel te hard trekkende) Louet S10 werd gewerkt, en daarmee was er weinig ruimte voor subtiliteit. Maar als je de vacht wast voor gebruik, en een paar keer door de kaardemolen haalt, dan liggen de schone vezeltjes netjes naast elkaar en kun je er een lont van trekken, dat vervolgens tot een dun gelijkmatig draadje te spinnen is. Dun genoeg om t.z.t. tot een driedraads breigaren te twijnen. 

Ok, op dit moment is het nog wel erg 70’er jaren bruin. Misschien gooi ik het tussen spinnen en breien nog in een rood verfbad, strevend naar een roodbruin/aubergine kleurtje. Ik hoop dat het uiteindelijk genoeg zal zijn voor een patroon dat ik al jaren op mijn verlanglijst heb staan…  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten